11
mei
2005
|
02:00
Europe/Amsterdam

Vijftig jaar na dato: Mercedes-Benz 300 SLR in de Mille Miglia

Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat de Britse équipe van Stirling Moss en Denis Jenkinson de snelste tijd ooit neerzette in de Mille Miglia, een van de beroemdste wegraces uit de historie van de autosport. In hun Mercedes-Benz 300 SLR legden zij de 1.000 mijl (ruim 1.600 km) van Brescia naar Rome af in 10 uur, zeven minuten en 48 seconden. Dat betekende een gemiddelde snelheid van 157,650 km/u, terwijl het parcours door vele steden en dorpen en over steile bergpassen voerde. De Mercedes-Benz 300 SLR van Moss/Jenkinson maakt dit jaar, een halve eeuw later, zijn opwachting in de Mille Miglia voor historische automobielen, die van 19 tot en met 22 mei wordt gehouden. De auto zal opnieuw worden bestuurd door Stirling Moss, ditmaal echter geassisteerd door voormalig Formule 1-coureur Jochen Mass. Het DaimlerChrysler Museum heeft daarnaast nog tien Mercedessen en twee Chryslers ingeschreven. Hieronder de machtige SSKS, waarmee Rudolf Caracciola in de Mille Miglia van 1930 zesde werd, en het prototype van de 300 SL, die in 1952 de tweede plaats veroverde.

De 25-jarige Britse coureur Stirling Moss werd voor het raceseizoen 1955 door Mercedes-Benz aangetrokken voor het fabrieksteam onder leiding van Alfred Neubauer. De fabrikant wilde niet alleen de wereldtitel in de Formule 1 prolongeren, maar ook wereldkampioen bij de sportwagens worden. Een belangrijke wedstrijd in dat WK was de Mille Miglia. Voor de langeafstandsraces had de fabriek een fantastische wagen ontwikkeld, de 300 SLR. Deze auto was een mix van de 300 SL en de modernste ontwikkelingen uit de Formule 1-racerij. De SLR had een stijf lichtgewicht spaceframe, dat in het midden wat breder was om de verplichte tweede stoel te kunnen monteren. De achtcilinder lijnmotor was in principe dezelfde als in de Formule 1-auto, alleen was de inhoud van 2.5 vergroot naar drie liter. Deze leverde 310 pk. Karakteristiek voor het uiterlijk van deze roadster waren de gestroomlijnde hoofdsteunen. Om zo weinig mogelijk te hoeven tanken was de benzinetank voor de Mille Miglia vergroot tot 265 liter.

Traditiegetrouw bereidde Mercedes zich uiterst zorgvuldig voor op het evenement. De coureurs reden het parkoers verschillende malen. Moss koos zijn landgenoot Denis Jenkinson, een vermaard autosportjournalist, als navigator. Omdat het vanwege de lengte van het parcours onmogelijk was om het gehele traject uit het hoofd te leren, bedacht Jenkinson een manier om aantekeningen te maken. Hij schreef op waar Moss moest remmen of moest afslaan. Al die aantekeningen kwamen op een meterslang papier dat hij kon afrollen. Hij zorgde er tijdens de wedstrijd voor dat hij met zijn aantekeningen ongeveer een kilometer vooruit was op de plaats waar ze op dat moment reden, zodat hij Moss op tijd kon inlichten op wat er komen zou. Dat was wel nodig bij de zeer hoge snelheden waarmee ze reden. Aangezien ze elkaar door het oorverdovende motorgeluid in de auto slecht konden verstaan, ontwikkelden ze ook een handseinsysteem, bestaande uit vijftien tekens. Zo kon Jenkinson met Moss alsnog communiceren.

In de nacht van 30 april op 1 mei gingen 533 auto’s, steeds een minuut na elkaar, in dertien categorieën van start in Brescia. De auto van Moss/Jenkinson had nummer 722, dit stond voor de tijd (07.22 uur) waarop zij vertrokken. Aangezien de Mercedes een topsnelheid van rond de 275 km/u behaalde, moest Moss in het begin regelmatig langzamere auto’s inhalen.

Jenkinson zou later in een van zijn artikelen schrijven dat hij zich verbaasde over het blinde vertrouwen dat Moss had in zijn aanwijzingen. Zelfs op onoverzichtelijke bruggen reed Moss, op aanwijzingen van Jenkinson, op topsnelheid door. Jenkinson beschreef hoe uitgeput hij was na het bergachtige parkoers tussen Pescara en Rome. Hier hadden ze een volle minuut rust en hoorden dat ze twee minuten voorsprong hadden op de Ferrari van Taruffi. Dit gaf beide Engelsen weer nieuwe energie.

Ondanks de zware omstandigheden bleef Moss tot aan de finish in Brescia het moordende tempo volhouden. Uiteindelijk ging hij na 10 uur, 7 minuten en 48 seconden als eerste over de finish. Moss had de 1.600 km gereden met een gemiddelde snelheid van 157,650 km/u. Het bleek de snelste tijd ooit te zijn. Ook in de twee volgende jaren dat Mille Miglia nog werd georganiseerd, werd deze tijd niet verbeterd. Op de tweede plaats eindigde Fangio, eveneens in een SLR. De reportage die Denis Jenkinson over de heroïsche rit met Moss schreef in het Britse maandblad Motor Sport is een van de beroemdste reportages in de autosportjournalistiek. De Mercedes-Benz 300 SLR verwierf cultstatus met deze recordrit. Nu, vijftig jaar later, rijdt Moss met de 300 SLR de Mille Miglia opnieuw. Jenkinson maakt het niet meer mee, de Brit overleed in november 1996. Stirling Moss en de Mercedes-Benz 300 SLR zijn echter “still going strong”.