20
maart
2008
|
01:00
Europe/Amsterdam

Klein maar dapper

Niet voor alle toepassingen is behoefte aan grotere en snellere voertuigen, die bovendien steeds grotere afstanden moeten afleggen. Op de IAA voor bedrijfswagens in 2006 presenteerde Mercedes-Benz de Unimog U 20. Na twee jaar van ontwikkeling en testen is het voertuig dit jaar in serieproductie gegaan. De sterke punten de nieuwe 'kleine' Unimog U 20 zijn compactheid, wendbaarheid en flexibiliteit.

Brandweer, politie en leger hebben meer aan de terreinwagen met grote bodemvrijheid uit de 1000-serie, wegenbouwdiensten of de spoorwegen gebruiken de 100-serie bij het sneeuwruimen en voor het gecombineerde vervoer over de weg en het spoor. Maar wat doen kleinere gemeenten en dorpen? De ene modelreeks is te groot, de andere voor universeel machinetransport veel te duur. Daarom vult de nieuwe 10-serie met de Unimog U 20 het aanbod in het lagere segment prima aan. De nieuwe telg is een volbloed Unimog, die de beste eigenschappen van de beide grotere modelreeksen zo compact mogelijk verenigt.

Wat het eerst opvalt, is de karakteristieke nieuwe frontstuurcabine van de U 20, die door Mercedes-Benz do Brazil wordt geproduceerd. In Brazilië wordt ook de kleine Acello-vrachtwagen met deze geheel uit staal vervaardigde cabine uitgerust. Ondanks haar geringe buitenafmeting van 215 cm biedt de cabine ruimte aan drie volwaardige zitplaatsen. Binnen zorgen een ergonomische bestuurdersstoel, verwarming en optioneel airconditioning voor het nodige comfort. De kleine Unimog is bovendien niet alleen relatief slank, maar ook vrij kort. Door zijn totale lengte van 4,94 meter, exclusief aanhanger voor machines, bedraagt de draaicirkel slechts 12,8 meter en daarmee kan hij zich zelfs met een ruime middenklasse personenauto meten. De U 20 is in kleinere gemeenten en de land- en tuinbouw niet alleen geschikt vanwege zijn compacte omvang, ook het prijsniveau is aantrekkelijk voor deze nieuwe doelgroep.

Wanneer een gemeente eenmaal heeft besloten om over te gaan tot de aanschaf van de nieuwe Unimog, dan krijgt deze ook waar voor zijn geld: de 150 pk van de OM 904 LA is goed voor een topsnelheid van 89 km/u op een verharde weg. Het voertuig voldoet vanzelfsprekend aan de EU4-norm en is uitgerust met BlueTec-technologie.

Maar wat de Unimog pas echt van de conventionele vierwielaangedreven bedrijfswagens en andere gemeentevoertuigen onderscheidt, zijn het korte laddervormige chassis en de portaalassen met grote bodemvrijheid voor inzet in moeilijk begaanbaar terrein. Bovendien is deze nieuwe Unimog, net als zijn soortgenoten, voorzien van enkellucht banden voor en achter en optioneel met hydraulische aansluitingen en frontplaat (DIN-plaat) voor de montage van hulpstukken.

Reeds voorhanden machines zoals grasmaaiers en sneeuwploegen hoeven niet van de hand te worden gedaan. Vanwege zijn GVW van 7,5 tot 8,5 ton kunnen deze apparaten door montage op de DIN-plaat gewoon dienst blijven doen. De U 20 is daarvoor uitgerust met twee aanbouwgedeeltes, want naast apparaten voor de voorkant kunnen aan de achterkant strooivoorzieningen en kranen worden gemonteerd.

De U 20 kan uitgerust worden met een multifunctionele box die qua vorm perfect tussen de cabine en de laadbak past. Deze box is voorzien van schappen en ideaal voor het opbergen van gereedschap, scheppen, sneeuwkettingen en ander kleinmateriaal.

Ondanks al deze voordelen is de U 20 geen concurrent van zijn grote broers. Integendeel: hij vormt een belangrijke aanvulling op de doelgroep van nieuwe klanten voor wie een Unimog tot nu toe te specialistisch en te zwaar was. De grote Unimogs blijven daarentegen de ideale voertuigen voor het grote, gespecialiseerde werk onder zware terreinomstandigheden.