24
januari
2006
|
01:00
Europe/Amsterdam

Eerste test McLaren-Mercedes MP4-21

Testrijder Pedro de la Rosa legde gisteren (maandag 23 januari) om 9.15 uur op het circuit van Barcelona de eerste meters af met de nieuwe McLaren Mercedes MP4-21, de Formule 1-bolide van het McLaren Mercedes-team voor het komende seizoen. Juan Pablo Montoya vervolgt het testwerk op dinsdag en woensdag, Kimi Räikkönen rijdt donderdag en vrijdag met de nieuwe auto. Daarnaast werken Pedro de la Rosa en zijn collega-testrijder Gary Paffett met een interimversie van de MP4-20 aan de ontwikkeling van de Michelin-banden. Vanaf 13 februari komt een tweede MP4-21 in actie bij tests op het circuit van Valencia.

“Ik ben er trots op, dat ik de allereerste test met de nieuwe MP4-21 mocht uitvoeren”, aldus Pedro de la Rosa. “Al na een paar ronden had ik er een goed gevoel over, maar het is natuurlijk nog te vroeg om alle mogelijkheden van de auto in te schatten. Daarvoor moeten we eerst heel wat kilometers afleggen. Totdat de auto’s op 3 maart naar Bahrein worden vervoerd voor de eerste Grand Prix, hebben we circa twintig testdagen gepland. Vandaag, bij de eerste test, moeten we eerst wennen aan de nieuwe auto en de nieuwe Mercedes-Benz-achtcilindermotor.”

Directeur Martin Whitmarsh van het McLaren Mercedes Formule 1-team zegt: “Met de test van vandaag zijn we een belangrijk stuk verder gekomen in onze voorbereidingen. Iedereen binnen het team heeft hooggespannen verwachtingen ten aanzien van de auto, mede omdat onze auto van vorig jaar erg snel was en we veel aandacht aan de ontwikkeling en de constructie van de MP4-21 besteed hebben. Maar eerst moeten we een omvangrijk testprogramma afwerken, waarbij we tot aan de start van het WK in Bahrein diverse stappen in de ontwikkeling willen maken.”

De constructie van de MP4-21 werd in belangrijke mate bepaald door het nieuwe motorreglement, dat het gebruik van V8- in plaats van V10-motoren voorschrijft. Het werk aan de nieuwe auto begon in augustus 2004, toen ook de eerste concepten voor de V8-motor met 2,4 liter cilinderinhoud geformuleerd werden. Evenals in 2005 moeten de motoren twee Grand Prix-weekeinden achter elkaar gebruikt worden.

De Mercedes-Benz-motor FO 108S werd volledig nieuw geconstrueerd en gebouwd. Op 15 juni 2005 liep hij voor het eerst op de testbank en drie maanden later, op 13 september, werd hij op Silverstone voor het eerst op een circuit getest. Het reglement schrijft voor de motor onder andere een blokhoek van 90 graden en maximaal twee in- en uitlaatkleppen voor. Tot dusver waren alleen het aantal cilinders en een maximum van vijf kleppen voorgeschreven. Verder moet een motor minimaal 95 kilo wegen en zijn ook bepaalde constructiewaarden voorgeschreven.

“De uitdaging bij een nieuwe Formule 1-bolide is ieder jaar dezelfde, maar dit jaar was de taak zwaarder dan anders”, verklaart Mercedes-Benz-sportdirecteur Norbert Haug. “Het reglement schrijft nieuwe motoren voor en voorziet bovendien in een verdere reductie van de aërodynamica, wat veel tijd en inzet gekost heeft. Het met meer dan 150 pk verminderde vermogen van de nieuwe motoren dwong ons ertoe, de luchtweerstand nog verder te verminderen en de neerwaartse druk juist te vergroten of tenminste op het oude niveau te handhaven. Daarom hadden we veel tijd nodig. Het debuut van de MP4-21 is succesvol en de cijfers geven aan dat we op de goede weg zitten. Onze nieuwe motor heeft zo’n 6.500 kilometer op het circuit gelopen en meer dan twee keer zoveel op de testbanken in Brixworth en in Stuttgart. Nu is het onze taak om tijdens de resterende testdagen, waarbij we grotendeels met twee MP4-21-chassis rijden, de auto zo voor Bahrein voor te bereiden, dat we op onze prestaties van vorig jaar kunnen voortbouwen.”

Het constructieteam begon in oktober 2004 met de ontwikkeling van het nieuwe motorconcept. Het gewijzigde reglement bood vooral mogelijkheden op het gebied van de koeling, de toevoer van lucht en brandstof en het olieverbruik. Teamdirecteur Martin Whitmarsh: “Bij de ontwikkeling van de nieuwe Mercedes-Benz V8-motor en alles eromheen heeft McLaren Racing nauw met Mercedes-Benz High Performance Engines samengewerkt. Er vond voortdurend uitwisseling van kennis tussen de fabrieken in Woking, Brixworth en Stuttgart plaats.”

De ontwikkeling van de aërodynamica startte in april 2005, de exacte uitvoering werd eind oktober en begin november 2005 vastgelegd. Vanwege de kleinere motor kreeg het achterste gedeelte van de auto, een belangrijke factor voor de aërodynamica, een andere vormgeving. In april 2005 begon de ontwikkeling van de versnellingsbak en de aandrijflijn en in mei maakte het constructieteam de eerste gegevens van de MP4-21 bekend. In september startte de productie en in oktober de bouw van het chassis.

Voor de achterkant van de auto heeft McLaren Mercedes een nieuwe structuur van composietmateriaal ontwikkeld. Daarmee kan duidelijk meer energie geabsorbeerd worden, wat ook nodig is, omdat het nieuwe technische reglement aan de achterkant van de auto een 50% hogere belastbaarheid bij crashtests voorschrijft. Eind december kwam de MP4-21 zonder problemen door de eerste crashtest van de mondiale autosportfederatie FIA.

Voor het seizoen 2006 worden de regels ten aanzien van de kwalificatie gewijzigd en bovendien is het weer toegestaan om tijdens pitstops gedurende de race de banden te wisselen. Bij tests in december en januari werkte het team samen met Michelin aan de ontwikkeling van nieuwe rubbercompounds en bandenconstructies voor 2006. Tot eind december legde McLaren Mercedes meer dan 6.000 testkilometers met de Mercedes-Benz V8-motor af.

“Op het eerste gezicht lijkt de MP4-21 erg op zijn voorganger, de MP4-20”, zegt Jonathan Neale, directeur van McLaren Racing. “Toch zijn er niet alleen wijzigingen aan de smallere achterkant doorgevoerd. Ook de lagere neus en gewijzigde aërodynamische componenten als de zogeheten ‘barge boards’ en luchtgeleiders zijn zichtbaar. Omdat de V8-motor minder koeling nodig heeft, konden we de luchtinlaten en daarmee de openingen in het chassis kleiner maken. Dat is gunstig voor de luchtweerstand. Het onderzoek en de ontwikkeling van de afgelopen 16 maanden heeft tot meerdere belangrijke veranderingen in de structuur, de geometrie en de aërodynamica van de nieuwe auto geleid. Bij McLaren Racing werken 135 ingenieurs en die hebben stuk voor stuk een grote bijdrage aan de nieuwe auto geleverd. Nu, na de eerste test, gaat onze aandacht vooral uit naar de duurzaamheid van de software, de systemen en de 11.500 afzonderlijke onderdelen, waarvan er 90% anders is dan bij de MP4-20. Bovendien willen we tot aan de start van het raceseizoen een aantal stappen in de ontwikkeling zetten.”